Sterker dan men denkt
Een aantal gedachten drijven al een tijdje rond in mijn
hoofd. Alles is gestart met een uitspraak in een D-mama groep (Down-mama’s).
Iemand deelde gefrustreerd een uitspraak van vrienden: “Je zult het niet leuk
vinden dat ik dit zeg, maar wij zouden een kindje zoals van jou niet zien
zitten”. Ze was gekwetst en vond het weinig tactvol en respectvol dat vrienden
dit opbiechtten. Daarop kwam een stroom aan reacties van andere mama’s die dit
niet kunnen vinden en in twijfel trekken als die vriendschap dan wel moet
blijven bestaan. Ikzelf had hele andere gedachten hierbij, maar heb ze niet
gedeeld. Mijn mening is anders en stond daar wat eenzaam en alleen. Ik wil
niemand choqueren of kwetsen met mijn mening. Even laten malen in mijn hoofd
dus en dan nu een poging doen dit weldoordacht neer te schrijven.
Een eerste bijzonderheid, vind ik dat vrienden zich veilig
genoeg voelen om dit met jou in gesprek te brengen. Het is geen gemakkelijk
onderwerp en erg persoonlijk, maar zelf zou ik het niet erg vinden als vrienden
hierover uitwisselen met mij. Al van bij de geboortebezoeken, merkten we op dat
eens ‘het onderwerp’ aangeraakt werd, er hele mooie diepe gesprekken volgden
met onze vrienden.
Een tweede bedenking is dat mensen op voorhand nogal snel
denken ‘dit zou ik niet kunnen’. Zelf heb ik dat ook, met van alles wat rond
ons gebeurd. Bijvoorbeeld in het één programma ‘komen te gaan’, een mama van 36
die dapper haar afscheid voorbereidt met haar jonge kinderen. Of vrienden van
ons, waarvan de partner plots overlijdt. Jonge Down-kindjes die een open hart
operatie nodig hebben. Koppels die uit elkaar gaan en ouders die plots hun kinderen
maar halftijds meer zien. Telkens stel je je dit voor in je eigen gezin en denk
je dat je dit nooit te boven zal komen. Dat dacht ik ook, met een 2 dagen oud
Roosje in mijn armen. Nu denk ik er echter anders over. Zeker niet omdat het
allemaal ‘wel meevalt’. Het is gewoon geen keuze: je staat ervoor en je moet
erdoor. Je moet wel verder gaan. Je hebt verantwoordelijkheden naar de mensen
rondom je, je partner, je andere kinderen, je familie. Er is ergens ook een
sterkte in je, die na de verslagenheid zorgt dat je toch iets eet en een beetje
slaapt. Elke dag wat meer. Je ontdekt zelfs dat je nog kan lachen en nog steeds
van mooi weer geniet. Dat je weer zin krijgt in Hugo-aperitief met
tortilla-chips uit de oven. De dagen gaan verder, het is wat het is, laten we
er het beste van maken en kijken naar wat er nog wel is.
En toch. Snel neergeschreven, maar in de praktijk vergt dit zeker tijd. En het gaat niet steeds beter, de vooruitgang wordt afgewisseld met terugvallen. Een laatste bedenking is eentje die bij vele D-ouders moeilijke zal liggen. Ik zie heel veel berichten van D-ouders die overtuigend spreken over hoe fan-tas-tisch kinderen met Down zijn. Hoeveel je van hen terugkrijgt en hoe ze je leven verrijken. Voor mij is het anders: dat is gewoon de omschrijving van ‘kinderen’. Die eigenschappen gaan even wel op voor Bas. Bij Roos is dit inderdaad ook zo. Maar laten we niet vergeten dat je een extra pakket zorgen erbij krijgt: medische zorgen, toekomst zorgen… Eerlijk gezegd had ik die zorgen liever niet gehad. Ook niet met alles wat ik nu weet, hoe goed Roosje het ook doet.
Een groot verschil ligt ook in het feit dat wij geen keuze hebben moeten maken. Wanneer je moet beslissen over het leven van een wezentje in je buik, ligt dit anders denk ik. Het is ook wetenschappelijk bewezen, dat wanneer je een keuze hebt gemaakt, je steeds meer argumenten verzamelt om die keuze te ‘rechtvaardigen’. Ook mocht je het tegenovergestelde gekozen hebben.
Graag wil ik nog één ding heel duidelijk stellen: van mij mag
iedereen hierover denken en schrijven wat hij wil. Het is niet de bedoeling om
andere ouders te kwetsen, iedereen voelt wat hij voelt en heeft daar goede
redenen toe.
Reacties
Een reactie posten